De rit naar Thermopylae leidt door de bergen en we zien sneeuw op de Oros. In de oudheid was Thermopylae een strategische pasovergang, waar Koning Leonidas I van Sparta met zijn 300 strijders in 480 v.C. omsingeld door de Perzen, aangevoerd door Xerxes. Xerxes stuurde een onderhandelaar met het verzoek de wapens in te leveren en zich over te geven. Leonidas antwoordde laconiek: “kom ze halen!” Volgens de overlevering vonden de Koning en zijn Spartanen hier een heldhaftige dood. Het verhaal van Koning Leonidas en zijn 300 Spartanen is tot 2 keer toe verfilmd, in 1962 (‘The 300 Spartans’) en in 2007 (‘300’).
Maar wij doen Thermopylae aan voor een andere reden: Thermopylae betekent letterlijk ‘warme poorten’, verwijzend naar de vulkanische bronnen, en dat is waar we naar op zoek zijn. Als we de afslag nemen zijn we een beetje beduusd: het blijkt een heel complex dat bestaat uit zwavelbronnen met een sterk verwaarloosd wellness-gebeuren ernaast. Het warme water komt met licht bruisende belletjes naar de oppervlakte, en stroomt via een bassin zo’n kleine 89 meter verderop naar 2 baden, met een kunstmatige waterval om het geheel af te maken. Het heeft iets magisch, dat dampende water tegen de bergwand. Echter, de parkeerplek vlak voor de waterval, zwerfvuil, het armoedige hotel en de wooncontainers op het terrein, volgestouwd met asielzoekers, was die overal te drogen hangt in de kille stinkende damp, overvolle vuilnisbakken, vrachtwagens en campers, bussen die de asielzoekers ophalen en terugbrengen, politie die af en aan rijdt, de Grieken uit de omliggende dorpen die er, ook ’s avonds laat, graag een badje nemen… de grandeur van weleer is ver te zoeken. Van enige coronamaatregelen merken we hier helemaal niets… Het is hier dat we voor het eerst weer een camper zien, met een Nederlands kenteken nog wel hahahaha.
Het is koud buiten en het is even wennen aan de stank van rotte eieren maar het warme water is heerlijk! Na al onze wasbeurten in het koude zeewater is dit genieten! Camperaars Anita en Joost zitten er al in. Ze zijn ook al een paar weken op pad vanuit Igoumetnitsa. In het weldadige water vertellen ze over hun ervaringen tijdens de lockdown, met politie… hoe die almaar de andere kant op kijkt… “ze weten ook niet wat ze met ‘ons’ aan moeten”. Dat blijkt ook hier weer, in Thermopylae. We wisselen mobiele nummers uit voor jeweetmaarnooit.
We blijven nog wat hangen hier. Het warme water bevalt ons wel en het is prachtig wandelen in de omgeving. We installeren ons 89 meter stroomopwaarts, daar waar de belletjes als een Marie Henriette naar boven bruisen. Dit bad, dat aan de achterkant van het hotel en de containers ligt, is groter en natuurlijker en ligt verscholen in het groen. De stank is milder, de omgeving is schoner en het is bovendien ook rustiger. In het bad maak ik kennis met een jongen uit Irak. We dragen geen mondkapje en ik probeer te letten op de 1,5 meter afstand. Hij ziet er goed uit, zou zo aan de slag kunnen als fotomodel. Hij is druk met een cursus Engels en spreekt de taal al redelijk goed. Samen met zijn moeder en zus woont hij al 4 maanden in een container in Thermopylae. Hiervoor woonden ze in een tentenkamp en dit is echt een hele vooruitgang, zeker met de gezonde thermale baden. Vader is ‘verdwenen’ en ik krijg weer kippenvel… Ze zijn ervan overtuigd dat hij vermoord is, en zijn mede daarom gevlucht. Door de massale vluchtelingenstroom van Syriërs is de situatie in Irak ondergesneeuwd, maar er zijn nog heel veel Irakezen niet veilig in eigen land. Hij vraagt waar we wonen, hoe oud ik ben, wat we hier doen. Hij heeft een oom in Amsterdam wonen, een broer van moeders. Hij zou ook graag naar Nederland gaan. Er woont ook familie in Stockholm. Hij is 28 en droomt van een toekomst als advocaat… Zus en moeder komen aan de rand van het zwavelbad zitten. Zus is een prachtige meid van 24. Moeder is een zwaarlijvige gesluierde vrouw van 60 jaar en ziet er aanzienlijk ouder uit. De zachte en vriendelijke trekken in haar gezicht zijn er gelukkig nog. Of weer. De conversatie begint weer van voren af aan. Ja, een oom in Amsterdam en familie in Stockholm… Ja, zouden graag in Nl komen wonen… Het is heel confronterend, de hoop, de dromen en de moed van een generatie opgegroeid in oorlog en geweld, ver van huis en haard, waar alles, maar dan ook alles kapot is. Ik ben hun namen kwijt, en ook het ezelsbrugje om… maar hun verhaal is voorgoed in mijn interne harde schijf gegrift.