20 Minuten later meren we aan in Messina. Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw en Sicilië kleurt oranje. Tussen de auto’s schuiven we naar de uitgang. Een lange kale havenbeambte met mondkapje houdt elke auto aan. Een enkeling mag doorrijden; de meeste auto’s moeten rechtsaf een parkeerterrein op. Wij zijn aan de beurt. De man stelt een vraag maar het enige dat we verstaan is “tampone”. Wij hebben een tampon voor ogen en begrijpen de vraag maar traag. Hij wacht niet af en dirigeert ons vriendelijk knikkend naar rechts. Daar schuiven we aan in de volgende rij en krijgen ieder 2 formulieren. Een vrouw van pakweg 45 komt naar ons toe gelopen. Ze heeft 30 jaar in Duitsland gewoond. Ze legt ons de procedure en de volgorde van de sneltest uit. Eerst invullen. Dat is nog niet zo eenvoudig… Italiaanse formulieren willen heel veel weten, ook codes en nummers waarvan je het bestaan niet vermoedt. Na 10 minuten surfen op het web, schuiven we weer in een rij. Testpersoneel gewapend met mondkapje, hoofdscherm en handschoenen steekt de ‘tampone’ in een van onze neusgaten, zo diep dat onze ogen tranen. We hoeven niet de auto uit deze keer. Op de parking moeten we 15 minuten wachten op de uitslag. Ik ben negatief! Fer heeft na 25 minuten nog altijd geen uitslag… De vriendelijke ‘Duitse’ dame schiet ter hulp. Dan maar op mijn emailadres… Fer is ook negatief en op het moment dat we weer in een rij naar de uitgang staan, belt onze huisarts; of Fer 7 april voor zijn eerste vaccinatie langs kan komen…
In Messina is het drukkend en druk en we rijden meteen door naar Taormina, een juweeltje aan de oostkust van Sicilië. Taormina is in 403 VC gesticht door de Grieken. Romeinse, Arabische, Byzantijnse, Normandische, Spaanse, Franse en Italiaanse overheersing lieten hun invloed achter en in de prachtige monumenten zie je die mengeling van architectuurstijlen terug. Zwarte lavasteen en witte kalksteen uit Syracuse wisselen mekaar af. De romantische straatjes, steegjes en trappen zijn leeg. De stad is stil. Op een bankje op het Piazza del Duomo eten we ons afhaalmenu: pepperata met hamburger, erg lekker. De oude man naast ons geniet van de zon, een enkele toerist van het uitzicht. 2 Bontjassen staan tegen mekaar te kletsen: een gerimpelde vrouw met knalrood haar en een te strakke vrouw met hoogblond haar en een Yorkshire terriër. Absolutely fabulous! Matroosje heeft het weer moeilijk… We wandelen naar de Giardini di Villa Communicale, de aangename stadstuinen, en hebben vanaf daar een fenomenaal uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van de Etna en de Ionische kust. Il Teatro Greco is dicht. Jammer!
Niet ver onder Taormina ligt Castiglione di Sicilia. Het dorp ligt midden in de wijngaarden en van de 14.000 bewoners begin 1900 zijn er nu nog maar 3000 over. Burgemeester Antonino Camard wil zijn dorp weer leven inblazen door de verlaten huizen, zo’n 900, voor een prikkie te verkopen. Bouwvallen kosten 1 euro, woningen die in een betere staat verkeren gaan voor 4000 of 5000 euro van de hand. Voorwaarden zijn een gedetailleerd plan, en voltooiing van de renovatie binnen 3 jaar. Dat is in de buitenlandse pers niet onopgemerkt gebleven. Het loopt storm, Duitsers, Amerikanen, Fransen, Britten enz… het tekort aan bouwvakkers is nijpend… Tot voor kort hadden ook wij een oogje op Sicilië, maar de regen en de kou in zuid Italië heeft een streep door de rekening getrokken… Toch hadden we eventjes willen kijken in zo’n internationaal ‘authentiek’ Siciliaans dorp, maar voor we er erg in heb zijn we de afslag ver voorbij…
Google maps wijst ons de weg richting Etna, sinds 2013 een Unesco Werelderfgoedattractie. Met zijn diameter van 40 km en hoogte van ca. 3350 m, is het de grootste actieve vulkaan van Europa. Op 16 februari van dit jaar is er een uitbarsting geweest en de zwarte as ligt verspreid op daken, op auto’s, op straat in grote hopen bij mekaar geveegd, in grote zakken naast de weg. We installeren ons ‘in de buurt’, aan de zuidkant, op camping Mons Gibel in Belpasso. Het is weekend en ondanks oranje staan er Sicilianen met tentjes en caravans. Aan de bosrijke achterkant van onze mooie camping loopt een smal paadje dat leidt naar wandelroutes. Ideaal! We komen een oude man tegen die wilde asperges aan ’t plukken is. Hij praat honderduit. Op ons “scusi, non capisco” knikt ie en vertelt gewoon verder. We eten in Belpasso een voortreffelijke bruine pistachehoorn van de gelateria artigiana, en Fer laat er zijn haren kortwieken. We laten onze eerste Siciliaanse pizza bezorgen. La pizza “7Oro” is met zijn crema di pistacchio di Bronte D.O.P., funghi cardoncelli, guanciale dei Nebrodi, pomodoro di Pachino I.G.P., petali di parmigiano reggiano D.O.P., burratina di Andria I.G.P. al centro con granella di pistacchio di Bronte D.O.P. in Las Vegas uitgeroepen tot de beste van de wereld, de Oscar onder de pizza’s. Een meesterwerk van Luciano Carciotto* en dat proeven we! Wow, hij ziet er prachtig uit en smaakt subliem!
Op naar Etna zuid. Het zwarte vulkaanlandschap ligt onder een dikke laag zwart gruis van de allerlaatste uitbarsting. Kapotte huizen en hotels op de flanken zijn stille getuigen van eerdere, verwoestende erupties. Bizar. Het is koud en bewolkt. Toeristenpunt noord Nicolosi ligt op 1900 m; een grote, lege parking omringd door restaurants en souvenirwinkeltjes. In adventure shops worden safari’s verkocht: met paarden, 4×4’s, mountenbikes, benentram, stoeltjeslift.
We wandelen het brede, zwarte pad naar boven, een desolaat sneeuwlandschap, wit in verschillende schakeringen. We horen onregelmatig een korte doffe plof; de vulkaan die een boertje laat… Er hangt een geladen sfeer. Matroos is nerveus, dit kent ie niet, maar hij gaat toch op onderzoek uit. Eerst nog voorzichtig, maar hij went snel. Ik vind het eng… straks zakt ie door de sneeuw in een gat… Na anderhalf uur lopen maken we rechtsomkeer. We drinken een dikke cioccolate caldo in het enige restaurant dat open is en trekken verder.
We verlaten de snelweg en de route naar Riserva Naturale Orientata di Pantalica is wonderschoon. Pantalica was tussen 13 en 8 VC een machtige stad, getuige de vele tombes uitgehouwen met stenen en bronzen bijlen. In de Byzantijnse tijd leefde Pantalica weer op en er ontstonden hele dorpen op de kalkstenen rotsen. Tombes werden bewoond, vergroot, verbonden. De Arabieren en Normandiërs kwamen en gingen; daarna was het gebied verlaten. Het duurde tot begin 20 NC dat het gebied onderzocht werd. Paolo Orsi, archeoloog, ontdekte 5 necropolen! en meer dan 5000 tombes! Sinds 2005 behoort Pantalica tot het Unesco werelderfgoed. We nestelen ons aan de rand van de kloof, bij necropolis di Filiporto. Wow, wat een uitzicht! Voor ons de kloof, rechts uitzicht op tombes en links het wandelpad naar de vallei. Er staat nog een wit campertje met een Duits kenteken. Anya, 28-klein-mooi-slank-roodharig-sproetjes-kunstenaar-rawfoodfan voor het gemak, is sinds oktober alleen op pad met de VWt2 van haar ouders en heeft de winter doorgebracht op de eenzame strandjes in het diepe zuiden van Puglia. Begin februari is ze naar Sicilië gekomen. Ze heeft eerder op dit plekje gestaan en is teruggekomen vanwege de rust en de natuur. Dat belooft! Fer gaat vaak alleen op pad met Matroosje; hij loopt hier zo’n 5 à 6 uur per dag. Ook samen maken we prachtige wandelingen. We dalen af naar en klimmen uit de groene vallei, passeren indrukwekkende graven en grotwoningen, kijken langs steile kalkstenen wanden omhoog naar de blauwe lucht. De smalle paadjes zijn niet altijd makkelijk, op sommige stukjes rol je over de stenen of struikel je over kronkelige boomwortels. We wandelen over het brede pad van de voormalige spoorweg door de Valle dell’ Anapo e Torrente Cava Grande. Dat klinkt veel mooier dan de vallei van de Anapo-rivier en de Cava Grande-beek hahaha. Het oude stationsgebouwtje doet nu dienst als informatiecentrum. Fotopanelen buiten tonen hoe treinreizigers in de vorige eeuw naast de trein omhoog liepen; dat ging sneller dan met de trein… We schuifelen door lange pikzwarte spoortunnels waar ik mijn wandelstok gebruik om de wanden af te tasten maar niet kan voorkomen dat ik “au!” ertegen schaaf.
We baden in de ijskoude fiume Anapo. Op onze laatste baadplek, idyllisch in het kwadraat, komen bij elke stap verder en dieper wier en mos als bruine drollen boven drijven. Gatver… ff doorbijten… Vanaf uitzichtpunten bewonderen we Necropolis North West, honderden hoog in de steile rotsflank uitgehouwen tomben. Ongelooflijk, hoe ze dat voor mekaar hebben gekregen!?! We lopen langs villagio Calcera en dalen af naar de fiume Calcera,. We bezoeken een chiesa rupestri, een rotskerk; hier worden nog kaarsjes gebrand. We volgen de pijl naar villa Calcera. De woongrot met een hek ervoor heeft een ingang waar je in moet kruipen… Nou, toch maar niet… Matroosje heeft het enorm naar zijn zin in dit prachtige en onbedorven natuurgebied en gaat achter elke hagedis aan. Overdag komen we nog wel eens een grote famiglia tegen en een enkeling op zoek naar wilde asperges. Dat wil zeggen tijdens de paasweek. Het paasweekend kleurt heel Italië rood en hebben we samen met Anya het rijk alleen. Al gauw borrelen we dagelijks samen, aan de rand van de kloof, genietend van de zonsondergang. Het is het uur dat Matroosje de kolder in zijn kop krijgt hahaha. Als de kou van de avond optrekt, trekken we ons terug in onze campertjes. We zoeken naar sterrenbeelden in de nacht en kruipen in ons mandje, thermo-ondergoed aan en skimuts tot over de neus. Tijdens onze laatste, uitgelopen borrel heeft Matroos een sandaal van Anya in zijn bek… het andere exemplaar ligt ook niet meer voor haar deur… Onze zoektocht in het pikkedonker over het ongelijke, rotsige veld, in de dichte, duistere bosjes en langs de diepe, enge afgrond levert niets op, alleen bittere tranen van onze buurvrouw. Gelukkig vindt ze hem de dag erop, op 5 meter van haar volkswagentje, nauwelijks beschadigd. Oef!! Na zeven dagen Pantalica trekken we verder; Anya naar Enna, wij naar Siracusa.
leuk bericht met prachtige foto’s.
Leuk hoor Sicilië. Ben er al 2 x geweest.