We zijn alweer een hele tijd thuis en ik ga jullie nu vertellen hoe heerlijk het in de bosjes was en is.
Om heel diep de jungle in te gaan moet je het vliegtuig nemen, en als niet heel ver wil, kan je vanaf Atjoni met de boot naar boven.
Het gebied wordt Bovensuriname genoemd, terwijl het zuidelijk ligt t.o.v. de dichtbevolkte kuststrook. En dichtbevolkt moet je natuurlijk relatief zien in een land met 550.000 inwoners. Atjoni ligt aan de zuidkant van het Brokopondomeer, en het is de algemene vertrek- en aanmeerplaats van korjaals, de boten die naar de marrondorpen aan de Surinamerivier varen.
Marrondorpen zijn de dorpen gesticht door gevluchte slaven die door de hulp van de (trio)indianen leerden overleven in het oerwoud. De Saramakanen (Marrons van het district Saramaka) maken zelf hun korjaal uit een boomstam en voor het vervoeren van passagiers en goederen maken zij een opbouw van plankhout. Een leuk kleurtje erop en je herkent de eigenaar van verre.
Onze eerste aanmeerplaats was Pasensie in Pikin Slee, een kunstenaarsdorp, met 4000 inwoners het grootste dorp van Bovensuriname. Wij gingen op de bonnefooi en het was meteen duidelijk waarom dat toch niet zo’n heel goed idee is. Maar goed, uiteindelijk hebben we gegeten en gedronken, een heerlijke avond, alleen wij, op het terras, volle maan.
Het leuke van Pikin Slee is dat je overal kunstwerken tegenkomt van tropisch hout, veelal meubelstukken die uit één stam vervaardigd zijn; er zitten zelfs klapstoelen bij! De vrouwen bewerken kalebassen tot gebruiksvoorwerpen (lepels, mokken, schalen) en versieren ze met verschillende patronen inkervingen. Vijf van de lokale kunstenaars hebben met de hulp van een Nederlandse het Samaaka MarronMuseum opgericht, een mooie informatieve tentoonstelling over de cultuur van de Marrons. Het vertelt over de hiërarchie, granman en kapiteins, de typische inrichting van mannenhutten en vrouwenhutten, hoe je kan zien of een meisje verloofd of getrouwd is en wie dat soort dingen allemaal regelt, over overleven, leven en dood, over winti, kortom over de marroncultuur. Eenmaal terug bij Pasensie ontmoeten we beheerder Kitty, een Nederlandse die op een boerderij aan de rand van Paramaribo woont met man, pleegkinderen, pleegdoodshoofdaapje en dito ara. De sfeer is gelijk anders, een tafelkleedje, actie en werk in/aan de winkel, en we voelen ons ineens heel welkom. Voor ons een heel mooie ervaring: een wereld van verschil tussen een dag zonder en een dag met (Nederlandse) beheerder.
Botopassie in Botopasi, 10 minuutjes stroomopwaarts, is onze volgende stop. Resort Botopassie is het verhaal van Corrie en bootsman Haidi. Kijk op hun site en weet ervan! Botopassie is vakantie! Heerlijk eten, 3 maaltijden vol met uitzonderlijk veel groenten (zeer ongewoon in Suriname) en fruit. Wederom prachtig uitzicht en heel relaxed in hangmat en hangstoel en leuke mensen in de buurt. Nog een dagtocht naar Tappawatra, een grote en prachtige sula (stroomversnelling), 2 uur stroomopwaarts, en ‘natuurlijk’
genoten van een heerlijk massage- en bubbelbad, een lekkere lunch en weer 2 uur stroomafwaarts.De tocht is af en toe best wel spannend; de waterstand is laag en de bootsman moet heel goed tussen zichtbare en onzichtbare rotsen manoevreren… één fout en de boot ligt om, midden in een stroomversnelling.
De laatste stop deze reis is Tei Wei in Gunsi. Tei Wei is het resort van een lid van de Assemblee (het Surinaamse parlement) en is gebouwd op een heuvel. Heel anders en heel Surinaams. De paalhutten hebben een prachtig uitzicht over de rivier. Lekker zwemmen, lekker wandelen in de jungle, lekker biertje pakken in de kroeg van het buurdorp en via de airstrip weer terug. Ondertussen is het gaan regenen; en het bleef regenen. Daar kreeg ik het zo koud van dat ik de slaap niet kon vatten. Dekens hebben ze niet; pas toen ik helemaal gekleed onder m’n regencape lag, ben ik in slaap gevallen. Een beetje apart, maar er zijn meer mensen waarbij de thermostaat een beetje raar doet…
En dan weer terug, na een heerlijk ontbijt. De boot op, de bus in, en vroeg in de middag weer ’thuis’. Wat was dat een fantastische week!