En dan komt de dag dat we weer huiswaarts moeten. De chauffeur die ons naar Bangkok brengt is gehaaid. De minibus zit vol met Koh Chang-gangers en iedereen heeft betaald voor een directe route naar z’n voorkeurshalte. Nog voor we de veerboot oprijden deelt mister driver ons mee dat hij in Bangkok op andere plekken zal stoppen. Maar niet getreurd, voor 100 Baht per persoon wil hij ons wel direct naar ons hotel brengen. Nu is 100 Baht omgerekend € 2,25 maar de verhouding is weg; de hele reis heeft ons 500 Baht gekost. Een duur Duits koppeltje is het er niet mee eens en wil bij de oorspronkelijke halte afgezet worden. De chauffeur ontvlamt snel en roept dat ie ze maar iets anders moeten verzinnen, dat hij nu hun bagage gaat uitladen. Het ‘my friend, waitwait my friend’ komt deze keer van de jonge Duitser. Het koppeltje capituleert nu snel en na de overtocht rijden we voltallig verder. Wachten en rijden wisselen mekaar af, niet anders dan anders, en de vertraging is weer enorm. Je zal je vliegtuig moeten halen…
Op een kwartiertje afstand van Subvarnabhumi (international airport) worden we gedropt en we hebben geen idee waar we zitten. We worden belaagd door tuktukkers, taxi’s en een vage man, een volhouder. ‘Nee, de cheap hotels zitten allemaal vol…’ Ik besluit zelf op onderzoek uit te gaan. Na een klein kwartier kom ik Canadezen tegen. We lopen achter ze aan; de weg laat zich niet zo gemakkelijk wijzen. In een achteraf straatje, een poort in, een grote binnenplaats met auto’s. Rechts een klein kantoor dat dienst doet als receptie en allesruimte van het enorme gebouw dat een hotel blijkt te zijn. Een beetje shabby allemaal, maar de grote kamers zijn schoon en betaalbaar. Bingo! We eten een hapje om de hoek en checken alvast online in. We lopen over een drukke straatmarkt en gaan voor een laatste voetmassage. Dat valt nog niet mee… morgen start Songkran, het lentefeest waarbij je niet droog blijft, en de Thai zijn massaal op pad naar hun familie.
Een korte nacht later brengt een taxi ons naar het vliegveld. De vlucht blijkt overboekt. Of we de directe vlucht van KLM willen nemen die 2 uur later vertrekt en eerder aankomt. Als compensatie kunnen we kiezen tussen € 150 handje contantje, of € 300 in vouchers te besteden aan vluchten en overgewicht. Geweldig!!! Dat willen we wel! Nou, eerst maar ontbijten op kosten van Air France en 40 minuten later weer bij de incheckbalie komen. Om 8:40 de grote deceptie: heel veel passagiers zijn niet op komen dagen! We moeten alsnog met Air France mee. We krijgen een priority pas voor de douane, rennen naar de gate, stappen het vliegtuig in en wachten. Even hoop ik nog dat… maar nee, de stem uit de luidspreker zegt dat we nog niet mogen vertrekken van de Bangkokse verkeersleiding. Een half uur later dan gepland stijgen we op en vliegen een turbulente vlucht. We kunnen het onderhand dromen: we landen met vertraging in Parijs en missen onze aansluiting. De volgende vluchten zitten allemaal vol, dus er zit niks anders op dan de nacht door te brengen in een onpersoonlijk transithotel in de buurt van Charles de Gaulle. Bellen, sms’en, whatsappen, afspraken verzetten. We plakken er, op kosten van Air France, gewoon nog een nachtje aan vast en het dinerbuffet bij Golden Tulip smaakt bijzonder goed. De dag erop weer vroeg in de weer en voor het eerst deze reis vertrekt er iets op tijd en staan we om tien uur op het perron richting Gouda. Het is koud hier, bar koud, bah! Zullen we …?