We raken in een ritme, γιαγιά, παππούς en ik. ’s Ochtends laat opa Fer me uit, een kwartiertje, voor het hoognodige. Als het regent moet ik snel zijn; opa wordt niet graag nat. Weer binnen krijg ik brokjes en oma Tien koffie met koek op bed. Terwijl opa zit te werken met de computer op zijn schoot, wordt oma langzaam wakker. Pas als hun slaapplek wordt omgebouwd tot vreethoek, komt er een beetje leven in de hut en wordt de deur opengezwaaid. Naar buiten!!! Wandelen, wandelen, wandelen en tussendoor ons ding doen. Als het donker en koud wordt, gaan we ons hok weer in. Ik krijg mijn voer, brokjes gemengd met blikvoer, en na de verrukkelijke maaltijd ga ik dik tevreden uitbuiken op mijn rode kussen onder de tafel. Oma Tien gaat koken, opa Fer houdt zich bezig met zijn lichtgevende schermen. Als hun voer klaar is, moet ik verhuizen naar het smalle gangpad en krijg ik een kauwstaafje. Opa wast af, oma en ik spelen verstoppertje met de oude badhanddoek van tante Ada en daarna oefent oma op een stuk hout waar geluid uitkomt. Opa Fer neuriet soms mee, ik vind het gezellig en word er rustig van. Tegen bedtijd gaan opa en ik nog ff naar buiten. Oma zet brokjes en water voor me klaar, tovert de zithoek om tot lighoek, legt mijn kussen in het gangpad ernaast. Het is rangeren in het gevaarte, draaien en omkeren in de keuken. Als opa dan eindelijk gaat liggen, wil ik nog eventjes spelen… dan spring ik op hem en hap zachtjes. Opa zegt “neeneeneehe Matroosje” en dan moeten ze allebei lachen…
Ik herinner me nog hoe hard ik ging blaffen toen ik geroep en gefluit hoorde. Ze vonden me, vastgebonden aan een hek. Opa aaide me even. Oma maakte een foto, keek in de lege bakken en zei iets tegen me… Opa kwam later terug met eten en drinken. Ik heb het in no time opgeslokt; ik had vréselijke honger en dorst… In de vroege ochtend kwam oma me losmaken, weg van deze afschuwelijke plek. Ze heeft me meegenomen naar een huis met 2 grote honden. Ik moest achter een hoog hek blijven, apart van de rest, en kreeg heel vaak eten. Overigens veel te kleine porties… Ik zag ze aankomen met die bak… ETEN!!! ETEN!!! Ik sprong wild tegen ze op. Ze draaiden hun rug naar me toe, zetten de bak op de grond en telden tot 8… Daarna kwamen ze naast me zitten. Ze aaiden me en spraken met een zachte stem. Niet dat ik er ook maar iets van begreep, maar het stelde me gerust… Op ‘mijn’ erf stond een hok met een zacht kussen erin. Heerlijk om bij te komen, ondanks mijn ontembare honger. De koude nachten, de nachten van stortregen en stormwind, donder en bliksem… ik lag nu droog en warm!
Na een tijdje vertrokken we, weg van het erf, in een gevaarte, een groot bewegend hok. We gingen rijden… Dat vond ik héél akelig! Ik stond op de hobbelige vloer en werd heen en weer geslingerd. Ik kon niet zitten, liggen was niet fijn, staan een ramp… Oma Tien zat bij mij achterin en aaide me, maar ik kon onmogelijk ontspannen… wat een stress… Ik werd kotsmisselijk van dat geslinger en dan kokte ik er álles uit… Snel opeten, eten, eten… Toen moest ik naast oma Tien op de bank en kon ik naar buiten kijken. Het geslinger en gehobbel bleef en ik was helemaal niet op mijn gemak. En oma maar aaien en praten en opa nog langzamer rijden… Langzaamaan loste de stress op. Gelukkig! Tegenwoordig heb ik onderweg die hele ligplek voor mij alleen en kijk mijn ogen uit! Zalig!
Als we uitgaan, trekken ze speciale sokken en schoenen aan, en die zijn heel lekker om op te knauwen. Dan zeggen ze “Neeeehh Matroosje, niet doen, tsjongejonge!” en beginnen weer te lachen. Na zo’n half uur zijn we klaar om te vertrekken. Ik loop alle geurtjes na en als ik mijn territorium goed heb afgebakend, dan wil ik spelen. Tegen ze op springen, ruig, uitdagen, happen! Ze duwen me van zich af, ik maak de gekste bewegingen en ga er weer vol tegen aan. Heerlijk!! Oma Tien gromt “nee!” en draait meteen haar rug naar me toe. Ik bijt in haar billen, ze roept “aaauw” en ze loopt verder zonder me een blik waardig te gunnen… Dat vind ik niet zo leuk. Met opa Fer kan ik wel ruig raggen! Gewéldig! Sowieso ben ik heel gek op opa… mannen onder mekaar…
Ik mag niet altijd en overal loslopen; ze binden me met een lange riem vast aan het gevaarte. Als er dan wat leuks voorbij komt en ik er in volle vaart achteraan ren, kom ik met een snok tot stilstand. Ze hebben wat suffe speeltjes voor me gekocht en van het strand een lange tros meegenomen. Ik wist eerst niet wat ik er mee aan moest… Die ruwe tros is nu mijn favoriet! We trekken dan ieder aan een kant, Fer, Tien, Virgula, Bruno of Scooby Doo, en diegene die het eerste loslaat heeft verloren. De lange lijn is een rooie roller. Ik loop graag voorop maar als er iets interessants voorbij komt dan is ie ineens heel kort… Als ik sneller vooruit wil, stoppen ze, om pas weer te in beweging te komen als de lijn niet meer strak staat… Oma Tien doet dat heel consequent, opa Fer snokt me vaak terug. Ik weet niet wat ik prettiger vind… Die rooie roller is trouwens heerlijk om op te kauwen! Ze knopen hem steeds aan mekaar maar hij word steeds korter… Nu lijnen ze me aan met een korte rooie die nog van “Oetje” is geweest, wijlen het beste vriendinnetje van oma. Dat zal zo zijn, maar gatver… die riem is niet te vreten…
Oma Tien is heel geduldig. Dan zegt ze steeds hetzelfde woord tegen mij en maakt rare bewegingen met haar poot en dan moet ik raden wat ze bedoelt. Ineens schalt ze met een hoge stem “jaaa, jaaaa, hahaha, dát is zit!!! goed zo!!!” en krijg ik een snoepje. “Moe maken door te leren” noemt ze dat, dat heb ik haar tegen opa horen zeggen. Ik moet veel leren merk ik; om de dag is er weer een ander woord. En nu ik geen honger meer heb, zie ik allemaal dingen die ik niet ken. Leuke snelle dingen met wielen en met poten waar ik lekker achteraan wil rennen. Spannende dingen zoals dat natte, op en neer en heen en weer bewegende witte schuim waar Tien en Fer zo vaak in poedelen. Maar ook hele enge dingen, bedreigende dingen. Ik grom… ik blaf… ik ga nóg luider blaffen… Als het niet weggaat ga ik er heel voorzichtig erop af… alle zintuigen op scherp, elke spiervezel in vluchtstand… Ik durf nog niet zo veel… vind het snel eng… Oma en opa komen kijken als ik blaf. Soms moeten ze lachen… dan lopen ze roekeloos op dat enge ding af en raken het aan. Maar als ik blaf en trek omdat er leuke, snelle dingen voorbij komen, dan moet ik mijn bek houden… Ik weet onderhand wel dat ze dat niet fijn vinden, die herrie aan hun kop, maar ik vind het heerlijk om te drijven en die drang is moeilijk onder controle te krijgen… Een keertje was ik lekker aan het scharrelen toen er ineens een bende koeien op me af kwam… nou, dat zijn grote beesten… Ik verstopte me achter het gevaarte maar ze hadden me gezien… Oma 10 riep en schoof de deur met een klap achter me dicht. Die koeien met hun neus tegen de vensters… nieuwsgierige donders. Ik begon te grommen, maar opa en oma sisten me toe. Oei, dat was menens… ík gaf geen kik meer.
We gaan vaak op pad, opa, oma en ik. Sowieso wandelen we elke dag hele afstanden. Daar waar geen verkeer is, mag ik los. Ik vind het geweldig om door de natuur te struinen! Spannende geuren, geritsel in de struiken, beweging in de bosjes… Die bruine lange dingen, opa Fer noemt ze hagedisjes, die zijn heel snel en daar kan ik uren zoet mee zijn. Soms ben ik zo afgeleid, dan hoor ik ze niet roepen of fluiten. Soms doe ik alsof ik het niet hoor… Daar hebben ze nooit zin in, wachten tot ik klaar ben met mijn strooptocht… Een keer of 2 ben ik enorm geschrokken… zoeken… waar zijn ze nou?? Zoeken… zoeken… tot ik in de verte dat felle fluitje van oma Tien hoorde… Alle drie in de rats gezeten… Ze hadden ook gewoon kunnen wachten, maar blijkbaar liggen de verhoudingen anders… Kun je je voorstellen, toen ik net bij ze was, raakte ik al in paniek als opa Fer uit het gevaarte stapte… en oma zat nota bene naast me… Dat is gelukkig verleden tijd!
Af en toe staan we op een strandje waar meer gevaartes staan. Er zitten hele leuke mensen bij! Super relaxed zijn ze, met elkaar en met mij. Oma Tien zegt dat ze gek op me zijn; ze noemt ze ‘het jonge grut’. Ze ruiken ook lekker, een speciale, ietwat zoete geur. Ik ontmoet ook soortgenoten. Leuk! Rennen, raggen!! Tot oma Tien en opa Fer mijn speelmaatjes aaien… Dát is niet de bedoeling!!! “Weg hier! Van mijn erf!!” Het duurt even voor ik door heb dat ze niet mijn plekkie innemen. Oef!! Was ík toch ff báng… Nu is het wel weer gezellig om te spelen! Af en toe ontmoet ik ook honden die helemaal alleen of in een groepje leven. “Zwerfhonden” zegt opa. Het zijn er best wel veel… Bruno en ik worden beste maatjes! We rollebollen over het strand, bespringen mekaar over en weer, rennen in de branding (zoals ze dat witte bewegende schuim noemen). Wat hebben we het leuk samen, Bruno en ik!! Maar als oma Tien 2 bakjes voer buiten zet, moet ik hem toch even goed toesnauwen! “Nou vooruit dan maar, ik heb mijn buikje rond…”
We gaan wel eens de ‘stad’ in. Dat is een heel drukke plek met veel hokken, straten, pleinen, wielen en mensen. Een plek waar ik áltijd aan de lijn moet. Komt er een leuke hond langs, mag ik niet één keertje ruiken… dát vind ik echt héél vervelend! Ik snap niet waarom ze met een grote boog om me heen lopen… Ik ga trekken en blaffen; ik wil zó graag even kennismaken… Oma vraagt aan de baasjes of ik eventjes mag ruiken… ze kan zich de moeite besparen… Die Italiaanse honden met hun hooghartige blik… geen enkele wil of mag dicht bij me komen, de trekkers zijn op een hand te tellen… En dan komt er ook nog eens een scooter of een step voorbij, of een poes… Al die indrukken… ik raak helemaal overprikkeld van de stad… Opa Fer snokt aan mijn riem en wordt megachagrijnig… Iedereen kijkt naar ons… Oma Tien haalt haar schouders op, kantelt haar hoofd naar haar linkerschouder, glimlacht en zegt ‘giovane greco’. Gezichten ontspannen, ogen krijgen een zachte blik, lippen lachen, koppen knikken. De bezoekjes aan een stad worden gelukkig steeds korter… als ik toch niks mag vind ik er helemaal niks aan!
Soms als ik losloop zijn er mensen die gaan roepen en dan moet ik weer aan de lijn… Oma zegt dat ze bang voor me zijn… Nou, dat is helemaal niet nodig… ik bijt niet hoor! Ik vind het leuk om te drijven en te spelen! Hoewel, onverwachte bewegingen bij mijn rechter kantje, vlakbij mijn nek, vind ik erg bedreigend… dan hap ik, dat is een reflex… Maar het moment dat ik in de gaten krijg dat het oma en opa zijn, hap ik in de lucht. Opa en oma denken dat ik daar mishandeld ben… Ik weet het niet meer… het is allemaal zo vaag… ik was vastgebonden met een ijzeren ketting en ik had honger, vréselijke honger… Over herinneren gesproken… een keertje werd ik wakker met een enorm klotegevoel… er plakte een wit geval dat ik er niet zo gemakkelijk af kreeg, het deed pijn en jeukte. Wat er nou precies gebeurd is, daar tussen mijn poten… het blijft een waas, al doe ik nog zo mijn best. Misschien maar goed ook…
Oma heeft me beloofd dat ik nooit meer honger zal hebben en ik krijg áltijd een lekkere bak eten, zelfs als we ruzie hebben. Ik word verwend en mag echt niet klagen, maar er gaat toch echt niets boven een lekker lijk! Ze vinden het niet fijn als ik buiten de deur eet. Als ze me betrappen, neem ik de poten met mijn prooi. Een keertje had ik in de bosjes een bloederig bot gevonden, poepie-vers, in een plastic zak. Ik hoorde het geroep en gefluit wel maar ik hield me doof. Toen vond oma me… Ze kwam naar me toe en ik ging grommen, laag grommen. Εύρηκα! Ze liep weg en zei dat ze niet van plan is een uur te wachten totdat ik klaar ben met mijn bot en dat ik het verder zelf maar moet uitzoeken. Ze liet me smikkelen!! Opa liet zich niet intimideren door mijn lage grommen… Maar dit maaltje was té lekker, ik was echt niet van plan deze delicatesse zomaar af te laten pakken!!! Opa Fer werd woest… hij tierde, gromde, brulde… Ik gromde laag en liet niet los… Opa pakte mij daar waar het bedreigend voor me is, maar zo dat ik er niet bij kon met mijn bek… ik hapte en hapte… totdat ie me in de houdgreep had en hield en ik klem zat… ik kon geen kant meer op… ik gaf de strijd op. Sindsdien weet ik dat het menens is; opa is de baas… Als ik nu wat lekkers vind, doet oma Tien niet eens meer moeite om het me af te pakken. Ze loopt gewoon verder, zegt dat ik het maar moet uitzoeken… Ik snoep dan nog een minuutje of twee, laat de buit (meestal) liggen en wandel gezellig mee naar ons hok.
We zitten ineens dagen lang achter elkaar in het gevaarte, stoppen alleen om even te plassen en te poepen. Opa en oma hebben een plan gemaakt, maar ik vind er niks aan… ik moet mezelf vermaken… ik krijg bijna geen aandacht! Maar als we eindelijk weer eens een flinke wandeling maken, zie en ruik ik lange oren in een bontjas… Met dat die bontjes mij in de gaten krijgen, rennen ze heen en weer! Gillen!! Wat een snelheid, wat een energie! Jullie kunnen roepen en fluiten, maar ik ga nu echt ff uit mijn dak!!
Voor het eerst zijn we op een plek waar we bij de roedel blijven. Het is een drukke boel hier, super gezellig! Ik maak kennis met Whisper, een grote Duitse herder. Wat een lieverd!! Heerlijk om weer een speelkameraadje te hebben! En zoveel jong grut! Nienke, Jelle en Timo, de kleinkinderen van opa en oma, nou ja, klein… Kai, die hier ook in huis woont en vrienden die in en uit lopen. Marian en Raymond, mater en pater familias. Die Raymond doet me sterk aan iemand van vroeger denken… ik vertrouw hem niet… Trouwens, alles is anders nu we hier zijn… Mijn kussen ligt niet meer in het gevaarte maar naast de mand van Whisper… Iedereen hier laat me uit, ik krijg mijn eten van Marian en Raymond… Ik mag niet meer naast oma en opa slapen en ik mag ook niet zomaar overal mijn poot optillen… Die Raymond zit onverwacht aan mijn rechterkantje… Ik hap flink, een reflex, en ineens lig ik plat, in een houdgreep… ik schrik me rot… Enfin, we maken het weer goed, die Griek en ik, maar ik blijf heel erg op mijn hoede… straks word ik weer aan een hek geketend… Nienke leert me high five en Marian knuffelt zalig! En er zijn hier kippen! Coq, Au en Vin zitten in een hok, maar er zijn er ook die loslopen…. Heerlijk opjagen en hap!! ff spelen en oppeuzelen. De restjes begraaf ik, een toetje voor later! Elke dag eentje, het wordt hier steeds leuker!
We trekken weer verder, naar een hok op het water… de boot van oma en opa. Dit is écht niet mijn ding! Het schommelt, maar dat is nog niet het ergste, dat heb ik onderweg wel een keer of 3 meegemaakt op zo’n enorme jongen. Nee, ik moet de diepte in, een helletocht, geen grond onder mijn poten. Terug naar buiten is nog moeilijker… Mij niet meer gezien, ik blijf boven in de tent! Erg stil en saai hier… alleen af en toe een kippetje in het water en wat honden op de kade. Ik moet altijd aan de lijn, ook op de boot… We wandelen door de drukte naar daar waar ik even los mag en waar ik alleen maar kleine rondjes kan rennen. Geen hagedis, geen bontjas, geen kip… En al die indrukken van de stad… pff wel een beetje heftig hoor… Wat doen we hier eigenlijk?? Ik vind er niks aan…
Opa en oma krijgen geregeld soortgenoten op bezoek, heel gezellig. Er is er eentje bij… ik ben niet veur de jongens maar het is liefde op het eerste gezicht! Hij neemt me een hele dag mee uit! We gaan naar ‘zijn werk’, een soort loods waar jonge kunstenaars hun bedrijfje runnen. Een keileuke plek met veel speelkameraadjes! Martijn is echt een hele toffe gozer!!! Na het dagje uit verveel ik me dood op die stomme boot… Op een avond komt ie de steiger oplopen. Martijn!!! Ik ben zó blij dat ik tegen hem op spring en mijn staart niet ophoudt met kwispelen. Mijn rode kussen wordt ingepakt, mijn speeltjes, voerbakje, snoepjes, riem, paspoort, Ada’s handdoek… We lopen met zijn vieren de steiger af, het hek door naar het rode scheurijzer van Martijn. Ik mag weer voorin. Oma geeft me een dikke knuffel, opa aait me over mijn kop, Martijn toetert en weg zijn we, richting toekomst.
Af en toe brengen we een bezoekje aan oma en opa. Ze stralen als ze me zien, en oma verwent me met lekkere dingetjes. Maar ik weiger nog één poot op die boot te zetten, με τιποτα, no way! We hebben het heerlijk met mekaar, Martijn en ik! We doen álles samen! Inmiddels ben ik uitgegroeid en volwassen. Een knappe kerel, al zeg ik het zelf. Serieus en verantwoordelijk in de functie van HR manager in ons bedrijf, al is het heerlijk om zo af en toe nog eens lekker te puberen. Wie had dat kunnen bedenken…