We kunnen maar geen genoeg krijgen van het water, dus gaan we met de lijnboot naar Battambang. De boot zit halfvol met alleen maar toeristen. We passeren een mooie en keurige floating city die van het toerisme schijnt te leven. We varen over het grote Tonlé Sap meer en komen weer bij Prek Toal terecht waar de boot toetert en de eerste Cambodjaanse passagiers opstappen met behulp van houten peddelbootjes. Een jong meisje, trots met haar schattige hazenlipbaby op de arm, en een wat oudere man met een verlegen meisje van een jaar of zes.
De vogels zijn ook weer van de partij, al zijn het er veel minder dan in het reservaat. Stroomopwaarts passeren we nog veel meer drijvende dorpen, kleiner, armoediger en hoe verder we komen hoe smeriger de oevers worden. Wat we ook zien is kunstig viswerk midden op het water en aan de oever drijven visfuiken, heel veel visfuiken. Houten en bamboe paalhuizen op de wal, een enkele tempel op het land. Intussen zit de boot vol. De Cambodjanen onder ons flikkeren gedachteloos alle rotzooi overboord.
De bootsman heeft het van tijd tot tijd moeilijk, trapt het gaspedaal ver in en het lawaai van de motor is oorverdovend. We zitten met oordoppen en muziek in onze oren, maar het helpt weinig. Onze boot veroorzaakt grote golven: peddelaars hebben moeite hun bootje in bedwang te houden; soms wordt er een bootje helemaal overspoeld en ligt dan onderwater. Waterhyacinten deinen mee, watervogels vliegen op en naakte kinderen duiken enthousiast in de golven. Hier en daar is de rivier heel smal en in een bocht is het best tricky voor de tegenligger, want die moet opzij. Hoe langer we varen hoe doffer de ogen van de jonge moeder worden; tussen de toeristen zit ook een Cambodjaanse samen met haar Fransman. Het lijkt erop dat ze ineens denkt dat een westerse man de poort is naar een beter leven.
Na vijf uur varen zien we weer stenen huizen aan wal en een uur of wat later meren we aan in Battambang, een provinciestadje met een Frans-koloniale ambiance. We laten ons door tuktukker John overhalen om te overnachten in Seng Hout, een nieuw hotel met Wifi, dakzwembad, dakterras en heerlijke Lavazzo (koffie). Je kan van alles doen rond Battambang. Je kan naar de Killing Caves waar de skeletten van slachtoffers van de Rode Kmer nog liggen, en naar de vleermuizengrot. Willen we niet; te zwaar, te donker, te verschrikkelijk. Je kan in een bamboetreintje rijden tussen vijftig andere toeristen. Zien we helemaal niet zitten. John de tukker is een leuke Cambodjaan met humor die ook nog eens verstaanbaar Engels spreekt. We sluiten hem in ons hart en verzinnen een citytrip omdat we hem toch werk willen geven.
Het blijkt een treffer: hij laat ons een mooi en sfeervol Battambang zien. We kopen versgeperst sap van suikerriet in een plastic zakje met ijsklontjes en een rietje en tuktukken verder. John vertelt ons over de corruptie en armoede, over vrouw en kind, over familiezaken, over zijn business zijnde de tuktuk. Hij denkt met ons mee en brengt ons naar de buscounter waar we het goedkoopste ticket kopen voor onze reis naar Thailand.
Het gaat goed nu met de Cambodjanen, na de verschrikkelijke burgeroorlog en het wrede bloedige regime van de Rode Kmer. Ze hebben de hel gezien. Sterker nog, hun leven was een hel. We ontmoeten een vrouw van 32, ik kan haar naam maar niet onthouden. Ze is opgegroeid in het noorden, de streek waar de Rode Kmer erg actief was. Zij verhaalt van de dagelijkse kogels, de angst, de verdwijningen, de concentratiekampen. Zij vertelt hoe haar moeder haar niet meer naar school durfde laten gaan; hoe in feite een hele generatie analfabeet is. Het is opvallend hoe goed ze Engels spreekt; dat heeft ze in de korte tijd dat zij en haar man het straatrestaurantje hebben, geleerd. Het is een aangenaam gesprek en onze bewondering voor de Cambodjanen groeit en groeit. Met dikke kussen en een stevige omhelzing nemen we afscheid.
Tijdens onze reis moeten Fer en ik vaak gniffelen en meer dan dat. Op reclameborden, etalageruiten, menukaarten, in massagesalons, overal staat er wel iets in fout of fonetisch Engels. Streamed fish, french orange juice, roated pork, lanch, raun dry, masu en nog veel meer. Fer heeft nog steeds enige moeite het Zuidoost Aziatisch Engels te verstaan, maar hij vordert gestaag en ik hoef steeds minder te vertalen. Bescheidenheid is hier op zijn plaats: zij spreken óók Engels, en wij totaal geen Lao/Cambodjaans/Thai. Nu dus prijsvraag nr.3: wat betekenen bovenstaande woorden? Op prijsvraag nr. 2 hebben we alleen van Robert een reactie gekregen. Geen idee of zijn antwoord goed is, maar het is een verrassende mogelijkheid: een denderend applaus is op zijn plaats!!!
Ook in Cambodja is het eten goed en lekker en we besluiten een kookcursus te doen bij Nary Kitchen. Op het menu staan fish amok, beef lok lak en fried spring rolls.
Henry, onze leermeester, neemt ons mee naar de markt. We doen de nodige inkopen en hij wijst ons allerlei tropische kruiden, groenten en fruit. We zien hoe rijpe kokosnoten geraspt worden en tot kokosmelk geperst. We zien varkenskoppen, runderpoten, kippenklauwen en en passant vraagt Henry of ik nog schoenen of zijde wil kopen. Het is echt een leuke excursie, de markt, en eenmaal terug gaan we helemaal blij aan de kook.
Henry vertelt ons de geheimen van de Cambodjaanse keuken (vers vers en nog eens vers) en van het Cambodjaanse huwelijksleven (boemboem). Hij snijdt voor, hakt voor, stampt voor, roert voor en mengt voor. Dat snijden gaat flinterdun en supersnel, dat krijgen wij niet voor mekaar zonder dat er iets van onszelf bij zit. Hij vertelt waarom hij kookles kan geven in een cultuur waar koken een vrouwending is. Vlees en vis in de marinade. Hij frituurt voor en verbetert mij als ik de loempia’s verkeerd in de olie leg en moeite heb met draaien; ‘everone can do this’. Het is een beetje een aparte man, die Henry. Lang, mager, stijf. Het rund en de vis gaan in de pan en dan gaat het snel. Henry maakt de borden op en dan komt het aller allerleukste deel: we eten met veel smaak onze eigen voortreffelijke lok lak, verrukkelijke amok en overheerlijke loempia’s. Goed eten, dat Cambodjaans!