Peloponnesos (met de klemtoon op de po) bulkt van historie en zou de bakermat van mythes kunnen zijn. Alleen de herkomst van de naam al is een verhaal apart. Het achtervoegsel -nesos betekent eiland en het voorvoegsel stamt af van Pelops, de zoon van koning Tantalos. Tantalos wilde testen of de goden daadwerkelijk alwetend waren. Hij nodigde hen uit voor een feestbanket en serveerde hen zijn zoon Pelops, opgediend in brokken. Hoe het verhaal verder afloopt kan je op het net vinden en dan weet je ook meteen waarom een Tantaluskwelling Tantaluskwelling genoemd wordt. Ons plan is de vier vingers te ‘doen’, te beginnen met de duim.
Met dat plan in het hoofd, en met de absolute onwil om nog langer in Kalyvia te blijven, stappen we in de camper op weg naar Tahiti Beach, zo’n 20 minuutjes richting zuiden. Het is al donker. Weg van het verstikkende huis voelt als een bevrijding. Heerlijk weer in ons eigen huisje, heerlijk weer aan het strand. We verbazen ons over Skinny. Hoe uitgehongerd en op eten gericht hij ook is, het is hem heel snel duidelijk dat we ons eten niet met hem delen. Hij blijkt ook zindelijk!! Dat belooft! Die zaterdag gaan we al vroeg pad richting Argolis, de duim. Onderweg doen we nog een dierenwinkel aan; we willen een harnas kopen, dat lijkt ons veiliger aan de veiligheidsriem. De verkoper wil hem aanpassen maar Skinny vertrouwt het niet, wijkt naar achteren en gromt. Wij nemen het over en hij laat ons begaan. Bijzonder, dat vertrouwen in ons in zo’n korte tijd… Voor de wormenkuur en de antiparasietengel moeten we naar de apotheek en Skinny krijgt te veel koekjes van de jonge verkoopster. “Thank you for saving this dog!”
We rijden over het Kanaal van Korinthe de Peloponnesos in en nemen afslag Μέθανα, je weet wel: van dat gas. We volgen de grillige kustweg maar genieten van de prachtige uitzicht is moeilijk. Onze nerveuse nieuwe vriend kwijlt overmatig, is misselijk en kotst alles eruit. Wat zielig! Het schiereiland Methana is van oudsher bekend om zijn geneeskrachtige bronnen en is via een smalle landtong met het vasteland verbonden. Het dorp Methana blijkt een lieflijke baai met een haventje. We ruiken het al voor we er langsrijden, een groot en rechthoekig thermaal bad waarin je niet moet willen baden, met daarachter Het Spacomplex. Een vervallen ‘club’ is een stille getuige van de financiële en de coronacrisis. Volgens Park4Night moet er nog een natuurbadje zijn tegenover het kerkje van Sinterklaas. We rijden via de boulevard naar het andere eind van het dorp. Zo te zien is er het een en ander open voor afhalen. Pizza!! We parkeren voorbij de witte kapel, lopen een klein stukje terug en zien anderhalve meter lager het piepkleine badje, omgeven door rotsen en uitlopend in de zee, met een typisch mediterrane boom als markeerpaal. Heerlijk! Veel Grieken baden hier en het is vaak wachten op je beurt. Ze zeggen dat je er niet langer dan 15 minuten in mag, maar het is niet duidelijk of dat is omwille van de gezondheid of om wille van de doorstroming. Het water is wisselend van temperatuur; als de wind uit het noorden en oosten komt, mengen de koude golven zich met het warme water. Skinny vindt het maar raar, Fer en ik zo in dat badje. Het smaakt ook helemaal niet lekker, dat water. Zijn aanvankelijke gepiep verandert in berustend liggen, vastgebonden aan een tak van de boom, zijn riem net lang genoeg om bij het badje te komen en kort genoeg om van de doorgaande weg weg te blijven. Anita en Joost, de Nederlanders die we in Thermopylae hebben ontmoet, ‘staan’ er ook. We hebben afgesproken en het is leuk om ze weer te zien. ’s Avonds gaan we borrelen. Skinny is aanvankelijk onrustig, verkent vervolgens nieuwsgierig hun enorme camper om daarna op aaiafstand van Joost te gaan liggen. Blijkbaar is ie mensen gewend… We wandelen vaak kleine stukjes, richting Paralia Limniosas, een mooi zandstrand, en richting haventje. Een keertje bergopwaarts, naar de ruïnes van het Myceense Heiligdom van Methana. Skinny, die inmiddels Eros heet, is gevloerd als we thuis zijn en de dag erop is ie stijf en moe… voorlopig maar niet zo ver meer… onze vriend moet echt nog op krachten komen.
We bivakkeren aan het Metamorfosi strand, een mooie plek met veel muggen aan de Saronische Golf. We bewonderen een kolonie flamingos in het nabijgelegen natuurreservaat van het brakke Psifta-meer. Dit gebied en het meer, dat in de oudheid Psifaean-meer heette, werd beroemd door de legendarische koning Saron. We rijden naar Troizina, in de oudheid een stad, bekend van de mythe van koningsdochter Aethra en van de tragedie Hippolytos van Euripides. In Troizina offerden jonge meisjes vóór hun huwelijk een haarlok aan Hippolytos en er wordt gefluisterd dat hier een bron ontstond op de plek waar Pegasus de grond raakte. Her en der zien we overblijfselen en ruïnes uit vervlogen tijden. We verkennen de Toren van Dachmeteis, passeren de Steen van Theseus, en wandelen via het Oud-Griekse bruggetje over de smalle en steile Duivelskloof. Prachtig gebied hier, de oude Grieken wisten wel waar ze moesten zijn.
We vervolgen onze trip naar Galatas waar we ons kamp opzetten op parking 3. De directe omgeving is niet om over naar huis te schrijven maar het uitzicht op Poros is puur genieten. Plus, de bakker heeft heerlijke Black Forest taart! Wat wil een mens nog meer?! Poros is een van de Saronische eilanden in de Golf van Egina. We nemen de taxiboot. Eros durft er niet in, maar wat mot mot. De overtocht duurt 5 minuten en met enige moeite wurmt ie zich uit de boot. Opgelucht door de vaste grond onder zijn poten is ie weer het mannetje. We lunchen in het zonnetje, op een bankje aan de kade, lekkere broodjes en koffie, uitzicht op Galatas. We wandelen langs de kade en door de smalle steegjes van het oude witte dorp. Dit moet in het hoogseizoen vol met toeristen zitten… legio restaurantjes, bars, hotels, winkeltjes, aanlegmogelijkheden voor plezierjachten en cruiseboten… Nu is bijna alles dicht, maar er is wel leven op straat en op de kade. Fer koopt verse vis op de kleine overdekte vismarkt en we varen met de taxiboot terug naar de overkant. Eros stapt nog niet in en uit als een volleerde matroos, maar hij kijkt nu wel naar buiten en lijkt te genieten. De vis blijkt niet gefileerd. Schoonmaken dus, en dat vind ik niet zo fijn in de bus… het gaat zo stinken, dat viswater in de grijswatertank. Fer maakt buiten het karwei af en op een enkele grijsglanzende schub na, is er niets van het fileerklusje te zien en belangrijker, te ruiken.
Op het parkeerterrein van de Lidl in Kranidí ontmoeten we Mare, een Nederlandse jonge meid die nu een half jaar op pad is met haar oude verbouwde peugeotbus. Ze staat met meerdere camperaars bij Paralia Lampagianná aan de Golf van Argolis en vraagt ons ook te komen. We proberen eerst nog de Park4Nightspot die we van plan waren, maar het ongelijke terrein doet ons besluiten het ‘strand van Mare’ op te zoeken. Het is inderdaad een groot strand. Grijze gladde stenen aan de waterkant, landinwaarts een breed en open terrein met her en der verspreid een stuk of 18 campers in alle vormen en maten. Daarachter een pijnbomenbos met daarin verscholen een minigolfbaan, tennisbanen, bars en terrassen, een amphitheater, een groot zwembad en een enorm hotel van wel 8 verdiepingen hoog en zo’n 26 kamers breed. Alles in een deplorabele staat na meer dan 25 jaar leegstand. We zetten ons kamp op tussen 2 Zwitserse nomaden. Franstalige Cat spreekt ook goed Engels en is van mijn leeftijd. Ze leeft met haar grote hond Katara in een kleine vrachtwagen, zo een waarvoor je geen truckersrijbewijs nodig hebt, en is druk bezig met het bouwen van de inrichting. Liesl is ouder, woont met een kat en 2 honden in een grote camper, en heeft zichzelf met haar honden en poes geschilderd op het chassis. Liesl spreek alleen Zwitserduits, maar weet zich goed te redden in Griekenland. Beiden hebben een broskop, lekker makkelijk! De sfeer is superrelaxed en Eros vind de aandacht die hij van mens en hond krijgt geweldig. Twee keer per dag komt een herder met zijn kudde schapen langs; een ware oefening voor onze drijver/jager. Blijft ie blaffen, dan gaat ie de camper in en hij heeft het snel begrepen. Toch, af en toe… De jongeren onder ons maken ’s avonds kampvuur in het amphitheater; het hotelmeubilair doet dienst als brandhout. Giechelig vertellen ze ons dat het een nudistenhotel geweest is, van een Duitser. Heel grappig om te zien, dat gegniffel om bloot. Op een middag landt er een helikopter op het hotelterrein… zou het politie zijn? Sommige camperaars vertrekken; ze willen geen boete riskeren. Het blijken potentiële kopers voor het hotel… We vullen onze dagen met wandelen, badderen, borrelen, koken. De stress van de laatste huiszit zat er na ons vertrek nog behoorlijk in, maar Eros, de vrijheid, de zon, de mooie mensen en de prachtige plekken helen. Gelukkig!
We gaan naar de dierenarts in Kranídi. De infectie met Leichsmania is gelukkig maar licht, kuurtje van een maand, en dan zou het wel even weg moeten blijven. Nog wat voedingsadviezen en de twijfel over Eros’ leeftijd wordt non-verbaal bevestigd. Prima dierenarts, daar in Kranidi, dat dorpje waar onze Willem en Maxima hun optrekje schijnen te hebben. Zou Alex’ bootje van 2 miljoen hier ook liggen? Op zoek naar vers water rijden we naar Koilada met zijn mondaine haven. Hier kijken de mensen niet op een eurootje meer of minder. De zoektocht naar propaangas is veel moeilijker hier in Griekenland en onze voorraad begint nu echt wel op te raken… Bij sommige benzinestations kan je LPG tanken maar die beschikken geen van allen over de juiste aansluiters. Fer heeft eind december al LPG gasnippels bij de gaswinkel besteld en die zijn idd in Kalyvia aangekomen, maar hij kreeg ze niet mee… Zijn naam stond niet op het pakketje en ze hebben het terug naar Nederland gestuurd… De groenten en aardappelen laat ik dus garen in onze Cobb, een soort boot-BBQ met een grote deksel en die niet warm wordt aan de buitenkant. Je kan er van alles mee maar koffie zetten gaat niet lukken… althans… als de nood aan de man is…
We wandelen het mooie kustpad naar de Franchthi Cave, een prehistorische nederzetting van zo’n 40.000!! jaar geleden en tot ca. 5000 jaar geleden bewoond!! Heden ten dage grenst de grot aan de baai van Koilada, maar destijds was ie omringd met land. De opgegraven voorwerpen kun je bewonderen in het Archeologisch museum van Nauplion.
We rijden naar de dolines van Didyma, een natuurverschijnsel uit de prehistorie. Over deze gaten doen veel verhalen de ronde, van ordinaire zinkputten tot meteorietkraters tot bescherming tegen de Ottomaanse heersers. De grote ronde krater zie je al vanaf de weg liggen. Spectaculair! De kleine, begroeid met dennenbomen en struiken, is spannender. Via een eeuwenoud tunneltje daal je af tot halverwege het gat. We wandelen het smalle pad rondom, langs een kapelletje gewijd aan Metamorfosis en een 15de eeuws kerkje gewijd aan Sint Joris. Hier en daar helt de aarde over het pad. Leuk!
Op naar Epidaurus, vermaard om zijn heiligdom gewijd aan Asklepios, (half)god van de geneeskunde, waarvan sommige schrijvers beweren dat ie doden tot leven kon wekken. In het enorme kuuroord voor σώμα και ψυχή (lichaam en geest) verdrongen zich destijds gelovigen en zieken uit alle hoeken van Griekenland. Van de vele gebouwen van het complex is alleen het theater bewaard gebleven. Het werd in de 4de eeuw VC gebouwd door Polykleitos de jongere en door de ongeëvenaarde zuiverheid is het een van de meest perfecte theaters uit de antieke wereld. In de 5de eeuw NC werd het verwaarloosd door de Christenen en pas in de jaren vijftig van de 20ste eeuw kreeg het opnieuw zijn oorspronkelijke bestemming. Sindsdien komen elke zomer antieke stukken van Aeschylos, Sophocles, Euripides en Aristophanes weer tot leven. Vanaf de parkeerplaats zien we Dorische zuilen tussen ruïnes staan, in een restauratieproject van jaren. Het complex is gesloten. We bestuderen de plattegrond. Zouden we van het theater toch een glimp… We wandelen kriskras, telkens gedwongen terug te keren door gesloten poorten en hekken. Als het begint te regenen geven we het op en passen onze ‘ordinary movement permit’ aan.
Nauplion is de volgende bestemming en we overnachten in de grote haven. Verre van idyllisch, wat heet, maar afgaand op de waarschuwingen van andere camperaars is dit de enige plek waar je in de wijde omtrek van Nauplion kan overnachten zonder boete van 300 Euris. Nauplion was van 1828 tot 1934 de hoofdstad van Griekenland en dat straalt ervan af. De prachtige binnenstad met smalle steegjes en trappen, indrukwekkende architectuur, grote indrukwekkende pleinen, geïslamiseerde kerken en gekerstende moskeeën, de citadel van Akronafplia, het fort van Palamidi, de boulevard met grote palmbomen en heerlijke taartjes, was in de Middeleeuwen afwisselend in handen van de Venetianen en Ottomanen omwille van haar belangrijke haven. We wandelen de mooie Arvanitiapromenada langs de kust naar de Arvanitia, het in coronatijden toch best drukke stadsstrand. We laten onze was doen en voor we verder trekken toch nog even bij het benzinestation vragen voor propaan. “Οχι, aan de andere kant moet je zijn.” We rijden de rotonde naar de overkant. In een winkelrijtje staan gasflessen tussen allerlei gereedschap. Het rijtje is van het type dat je in arme landen wel vaker tegenkomt; in Griekenland doet het vreemd aan. Fer komt met de verkoper terug naar de bus, en ja, onze fles kan gevuld worden met propaan! Morgenmiddag om 14 uur ophalen. Nou, dan maar in de buurt slapen. Het wordt Tolo, een lelijk kustdorpje met een mooie vissershaven en een bijzonder en mooi zandstrand waar de bars, restaurantjes en hotelletjes direct op aansluiten. Er passen hier heel veel toeristen in!
De weersvoorspellingen zijn bar voor de komende dagen. Vrieskou, stormwind, regen en sneeuw. Veel camperaars boeken een accommodatie bij een van de weinige accommodaties die open zijn. Wij volgen de kuststreek van Arkadia. Fer heeft een beschutte plek gevonden in het pittoreske haventje van Agias Andreas en we zijn niet de enige die hier de bescherming opzoeken van de baai. Naast 4 campers zijn er ook 2 zwerfhonden met hun puppies. Het is grappig om te zien hoe elk van hen toch eigen trekjes heeft ondanks dat ze enorm op mekaar lijken. Volgens de Britten die naast ons staan zijn er al 7 van de 12 puppies meegenomen. We maken mooie wandelingen, ingepakt tegen de kou en de regen. Zwerfteef Layla loopt met ons mee en het is heel leuk om te zien hoe Adonis (Eros red.) en Layla onvermoeibaar achter mekaar aanrennen. Maandagochtend zijn de bergtoppen besneeuwd en er waait een ijzige noordoostenwind. De zee is ruw en het blijft droog. Die avond is onze 2de gasfles op en we besluiten weer terug te gaan naar Nauplion en Tolo. Het natte wasgoed kunnen we dan meteen kwijt bij de wasserette en dan ook nog even langs bij Dolce, de superieure banketbakker.
Alles is nu vol en schoon, de zalige zon is er weer en we pakken de kuststreek van Arcadië weer op. We bezoeken het aangename dorp en de haven van Paralia Astros. Bovenop de klif torent de burcht hoog uit boven de Golf van Argolis. We zetten ons kamp op in het haventje van Tyros en vervolgen onze weg naar Vlychada beach. Onderweg ligt er nog sneeuw, grote brokken opzij geschoven door sneeuwschuivers. We passeren het mooie Leonidio, dat op een vruchtbare vlakte tussen spectaculaire steile berghellingen ligt en populair is bij bergbeklimmers. Om bij Vlychada beach te komen moeten we door het gehucht Richéa. Commentaar op Park4Night waarschuwt dat je er alleen door kan met een kleine camper van 2 meter breed. En inderdaad, google maps stuurt ons door smalle wegjes met aan weerszijden behuizing en bochten waarbij Fer moet uitstappen en ik een paar keer moet steken en het zweet me uitbreekt. Het verbodsbord voor campers breder dan 2 meter staat er niet onterecht. Buiten de kom stuiten we op een T-splitsing… Hum, dit was dus niet de enige mogelijkheid… We rijden verder op een smalle weg richting kust en parkeren aan de kant waar een camper staat om het laatste stukje te verkennen. Vanaf ons uitkijkpunt zien we een steile zigzagweg naar beneden lopen. Fer en Adonis (Eros red.) lopen een heel stuk naar beneden. Ze willen de kwaliteit van de weg checken na tegengestelde commentaren op Park4Night. Ik geniet op een bankje van het uitzicht op zoek naar dat idyllische stukje strand, en zie Fer en co. weer naar boven lopen: onze Big Nugget zou het moeten redden.
Een kwartiertje later, na de laatste bocht zien we door de groene kloof de kleine, ronde baai liggen, een keienstrand, omringd door steile rotswanden. We zijn niet de enigen hier: een koppeltje verliefde Duitsers, klimmers, kamperen in hun kleine VW, een bejaarde Griek is aan het vissen. Adonis gaat even buurten, krijgt lekkere hapjes van de visser, wordt over zijn bol geaaid door de geliefden. Er zou hier ook een bron moeten zijn, maar uitgebreid onderzoek heeft niente krente opgeleverd. In dit paradijsje zouden we wel een week kunnen blijven, ware het niet dat er over 2 dagen regen voorspeld is; de weg hierheen is redelijk, maar je wil niet omhoog als het nat is.
We vertrekken naar het strand van Agia Ioannis. Er staan meerdere campers tussen de pijnbomen. Zwitserse Cat staat er ook met haar truck en het is een leuk weerzien. Vanaf hier zien we het rotseilandje waarop Μονεμβασιά gebouwd is. De middeleeuwse vestingstad Monemvasia werd tot de bevrijding afwisselend bezet door de Venetianen en de Turken. Onze reisgids spreekt over een van de mooiste steden van Europa. Vanaf het kustdorp Géfira wandelen we over de brug naar het rotseiland en klimmen het smalle, afgezette pad omhoog. Na 15 minuten wandelen ontwaren we de indrukwekkende stadsmuren en toegangspoorten van Monemvasia. Wow, dit belooft! Voorbij de poort begint het doolhof en we lopen via geplaveide steegjes en trappen langs prachtige herenhuizen, paleizen, historische ruïnes, Byzantijnse kerken en pleinen met uitzicht op de bovenstad en de zee. De sfeervol ingerichte winkeltjes, restaurantjes met dakterrasjes en hotelletjes zijn dicht. Geen verkeer hier, wel handkarren en (muil)ezels. We wandelen de bochtige weg omhoog naar de bovenstad. Het zweet druipt van ons af, het zonnetje schijnt volop deze dagen. De toegangspoort blijkt gesloten vanwege Corona. Jammer, maar het uitzicht op de benedenstad en de ruige zee is adembenemend!
Lieve Tien en Fer,
Wat een avonturen hebben jullie toch beleefd!!
En zo leuk beschreven!
Zeeland is wat saai daarmee vergeleken zeker??
Liefs Ieneke